Agenda

Shop

Contact

Mensen Zeggen Dingen de Podcast: Poëzie & Week

featured artist   

nieuws   

26 februari 2021

featured image KEEK poëzie & week

Mensen Zeggen Dingen de Podcast: Poëzie & Week. Van 28 februari tot 3 maart was het de Week van de Poëzie en wij zouden geen dingen zeggen als we dat stilzwijgend aan ons voorbij lieten gaan. De nieuwste podcast staat in het teken van die week.

 

Een knaller van een opener van Roziena Salihu, daarna genieten we van Josse Kok, gevolgd door Chelsea Oost en Anne Broeksma. Klapperen je oren van Ischa den Blanken en sluiten we – alles behalve stilletjes af – met KEEK.

 

Geniet van Poëzie & Week en we blijven hopen dat we jullie snel weer kunnen zien. Meer Mensen Zeggen Dingen de Podcast op Spotify. En volg ons op Instagram en Facebook.

 

 

 

 

Transcript

 

Introductie door Teddy Tops

Je luistert naar Mensen Zeggen Dingen: De Podcast. Wij zijn een plek voor verhalenvertellers. Voor spoken word, poëzie, hiphop, proza, comedy en alles daartussen en daarbuiten. In deze aflevering stappen we naar buiten. We zien de wolken in een nieuw daglicht om te eindigen in…de slaapkamer.

Spreid je armen voor een omhelzing en verdwaal deze avondklok met ons mee

 

Roziena Salihu

Meer dan dat. Laat me met rust, maar ik zal er zijn als je me nodig hebt. Misschien is dat de definitie van het hebben van een broer of zus. Voor ons op z’n minst. De jongste in het gezin, want het zijn de oudste die voor ons het pad vrij maken. Dansen om de tot grens gemaakte lijnen, van medium tot perfecte opvoedstijlen. We zien je, al denk je soms van niet, al denk je dat we het vergeten zijn. Misschien we zien de klappen die er voor ons op ving, de stappen die voor ons maakte, de waardering die aan je voorbij ging. Het streng voor jou, het liefst voor ons.

 

We zien de disbalans die er ontstond, simpelweg omdat jij eerst geboren werd en wij daarna. We zien de patronen die hier zijn ontstaan, de rollen die we aannemen bij het samen zijn. Dat jij dan even de grote broer-of zusrol mag bekleden en wij weer even klein, wij weer even jong. Onwetend op ons plek, even hulpbehoevend, met een veel te grote bek. Alsof we zo weer samen op de bank in een tuinbroek, jaren ’90 Michael Jackson op de achtergrond, alsof we zo weer in pyjama – dansend in het midden van de kamer daar staande. Jij en ik.

 

In mijn geval, was het meer dan dat, was het meer dan dansen in de woonkamer, meer dan een aantal stappen maken, het was meer dan dat. Het waren levenslessen, bijna een coachtrajecten. Het was in het midden van de nacht riddertje spelen met plastic flesjes. Was jij het die me in bed stopte als mama nachtdienst werkte, was jij het die me wekte, met een ongezond ontbijt. Was jij het die de ochtendkrant moest lopen, midden in de nacht je bed uit moest komen om daarna gewoon je lessen te volgen. Was jij het met een bijbaan in de avond, horeca.

 

Ik zie je handen nog steeds schraal zijn. Was jij die je fooi met me deelde, was ik het die daarvan iets lekkers mocht kopen. eWas jij het die met mn spijbelde als ik bang was voor de meester en me daarna preekte over het belang van educatie. Ik weet het nog, herinner het me allemaal. Je leerde mij het spellen van mijn achternaam, zei dat ik anders voor lul zou staan. Ik heb klappen van je gevangen, waarvan je dacht dat ik ze niet voelde.

 

We hebben geschreeuwd en tot bloedens aan toe met elkaar gevochten, maar maatjes zijn we altijd al geweest. Er is geen foto waar we niet samen opstaan. Altijd met z’n tweeën, en ik weet hoe graag je me thuis had willen laten als je gedwongen met mij op pad moest gaan. Ik weet de uren die je in hebt moeten leveren, de verantwoordelijkheid die je gevoeld moet hebben. Ik weet het. Ik kan de tranen die je voor me droogde niet meer tellen. Maar de knuffels die ik kreeg, kan ik nog steeds voelen. Ik herinner me de steken in m’n buik van het lachen. Ik herinner me dat het meer was dan voor jou, althans.

 

Dat je iets minder kind, dat je iets meer volwassen moest, dat daar je ouderschap begon. Ik zie het. Wij, diegenen die voor jou altijd een klein zullen zijn die ons op konden trekken aan jou kennis. Wij, die gevoed werden met jouw handen aan de fles, degene die door jou in slaap werden gesust, wakker werden gekust. Wij, die leerden van jouw fouten. Wij zijn het, die het misschien niet vaak genoeg zeggen, die denken dat daden veel zwaarder tellen.

 

Maar als er geen ander weten, hoe belangrijk het is om in woorden te delen wat liefde betekent. Wij kunnen de tranen die je voor ons droogde niet meer tellen, maar de knuffels kunnen we nog steeds voelen. Herinneren de steken in onze buik van het lachen en nu groot als we zijn volwassen als we denken, zien we nu pas hoe het is hoe het moet zijn geweest, hoe het was. Wij zijn niet zomaar dankbaar. Nee, het is veel meer dan dat.

 

Josse Kok

Groetjes uit de dampkring. Toen de storm gingen liggen, fietste ik voorzichtig naar huis, ontwortelden lagen verslagen als Mikadostokjes op het asfalt. Maar de luchten klaarden op, tot een magistraal vergezicht. En ik moest een beetje huilen, met name voor de vinexwijk. Waarin allerlei mensen wonen, die vergaten naar boven te kijken, terwijl leven niet veel meer is, dan af en toe een buik luchtje pakken. Inhaleren dat je mag bestaan om nieuwe wolkjes te blazen en uit nederigheid en orale fixatie, draaide ik mijn dikste sjekkie.

 

Chelsea Oost

Ze houdt van me, ze houdt niet van me. Ze houdt me vast en laat me los. Ze maakt me vast en lost me op. Ze geeft, eelt uit, ze neemt, ontvangt, ze speelt me uit en geeft me angst. Ze neemt in en deel me. En schudt me door elkaar. Ze treedt binnen, gaat weer weg, was hier zonet en nu weer daar. Ze praat, ze zwijgt. Ze is blind, ze kijkt. Ze raast in tijd, heeft haast, dan springt. De realiteit hangt er wat cynisch bij.

 

Je weet hoe dit zal eindigen. Fluistert zij zachtjes in mijn oor waardoor ik begin te twijfelen. Mijn hart gaat in verweer tot alle bewijzen hebben bewezen, dat deze kamer is gebleven, helaas voor slechts heel even. Ooit zal de ware komen, een inmiddels radicale gedachte. Tot die tijd blijf ik hard komen, niet meer in haar, maar in alle anderen.

 

Anne Broeksma

Roze. De plastic spatel van de Hema. Een jurk van de actrice op het strand. Vaatdoekjes en mijn tegenzin en de dageraad. Alles wat huiselijk moet uitstralen of het juist moet doorbreken. De letters op het glanzende omslag, de verpakking van vochtige doekjes vibrators, inlegkruisen.

 

De strik om de nek van een knuffel die in een steetje naast het vuilnis staat. Roze zijn mijn darmen en mijn buitenkant en mijn lippen. Ik ben 99 procent roze. Met een oog erin. Roze is geboorte, opgroeien en ook ziek zijn is roze. Van een diepere soort. Roze is jongens en meisjes, kinderen en bejaarden. Roze loopt als een vochtig varkentje door de straten. Het spint, snurkt en snuift zoekt naar een ingang en wil bij ons wonen, onder een dekentje kruipen. We kunnen het toegang niet weigeren.

 

De optelsom van al mijn ijverige bloedlichaampjes. De conclusie waar alle kunstenaars die naar mensen kijken in verdwijnen. Wat er bij de stort, de kringloop, het museum staat. Door fabrieken en genieën uitgespuugde, aangevoerde en weer afgevoerde intimiteiten. Roze is wat ik probeer te vermijden. Een schaamte die zich schaamt voor de schaamte.

 

Vooruit, hier ben ik dan met m’n roze. Roze is alles wat ik ooit gevoeld heb en tot uitdrukking wacht terwijl ik mijn mond opende. Met mijn tong langs mijn gehemelte streek. Roze is keihard werken. Roze is pompen. Ik kan wel ophouden nu. Alles wat ik ooit gezegd wilde hebben: roze.

 

Jelmer van Lenteren

Mijn armen hebben veel gedaan, ze hingen langs mijn lichaam als ik nergens raad mee wist. Ik liep er dagen met mijn ziel onder rond. Als ik toch al niet slapen kon, lagen ze graag extra in de weg. De huid werd het oefenterrein voor een tatoeëerder in opleiding. Ze vingen vele vallen op, hielden wat er op me afkwam, projectielen, doorgesnoven, gasten basketballen tegen. Deed ik een handstand, waren ze mijn benen.

 

Dat gold voor de radslag evenzo. Mijn dans boven de gordel werden veelal door ze bepaald. Toen ik mijn hand brak, heeft die kant flink meebetaald. Maar dat ze een mal zijn, leerde ik pas toen jij mijn arm aan jouw kant om je heen sloeg en het geen klik zei, maar paste. Of mijn armenpaar puur om om jou heen te slaan gemaakt was. Jelmer van Lenteren. Zijn dichtbundel Het is koud waar ik niet ben is te koop in alle boekwinkels, op bol.com, of bestel ’em voor 12 eurootjes bij zijn uitgever Proces-Verbaal, www.proces-verbaal.nl.

 

Ischa den Blanken

Hij heeft er nog eens goed over nagedacht en hij denkt dat hij die nu eindelijk weet. De meeste mensen in zijn omgeving en zelf inbegrepen, leidden de laatste tijd aan hun kwaal, genaamd dwaalvrees. Hij denkt dat hij het beter begrijpt wanneer het een naampje heeft – en dat willen definiëren, trouwens, van de verschijnselen rondom, is één van de symptomen waarin de slechte gewoontes een tijdje subtiel aan hem toont. Het is een hardnekkige drang de wereld om hem heen en heldere bestemming. Niets is zeker zolang nog geen duidelijke doel is toegewezen.

 

Met toenemende mate probeert hij de boel om te controleren, in een ijdele hoop dat tempo van zn leven zal stagneren, dwaalvrees. De angst om niet te weten, het niet in staat zijn je aan de eeuwige loop der dingen over te geven. Het vermogen missen om het pad te verlaten of wel, vooruit dan -maar eerst over praten. Alle mogelijke scenario’s eerst nog even grondig in ogenschouw nemen, want voor je het weet, dan raak je verdwaalt. Nee. Beter blijft hij op de wegen die al lang geleden met goede reden reeds voor hem zijn bepaald en daar midden op het pad ervaart hij zo niet bijzonder veel problemen.

 

Toch doet hij een goed aan, en velen met hem, om deze kwaal zeer serieus te nemen, want de geest moet kunnen vliegen, anders vreet het zich naar binnen. Instincten die niet uit worden gelaten, zullen zich inwaarts richten en dat verklaart zijn angst voor stilte, zo diep gewend aan stadse drukte. Hij ziet de lucht de laatste tijd alleen nog in grijze puzzelstukken. Hij beweegt zich suf. Tussen parkeergarages en betonnen spoorbruggen, doet voor het oversteken eerst netjes op het versleten knopje drukken, bomen strak en op gelijke afstand van elkaar geplaatst. Sirenes worden via ramen door de straten heen gekaatst en alles heeft bestemming. En alle mensen volgens planning, de hele stad wordt constant verbeterd in de volgende versnelling.

 

Elke bocht is uitgedacht opgemeten en bedoeld alleen maar regeles en systemen, geen ruimte voor toevalligheden, het is te lang geleden dat hij de koele leegte van de berglucht heeft geproefd. De geest moet kunnen vliegen, anders vreet het zich naar binnen, maar de taak van de stad is voor alles de meest nuttige plek te vinden. Een kleine uitzondering voor de krankzinnigen en in het weekend wellicht de kinderen.

 

Er is steeds iets anders dat zijn aandacht vraagt. Het interne gesprek is in alle haast naar achteren in zn hoofd verplaatst. Er zijn altijd belangrijke keuzes die eerst moeten worden gemaakt, altijd taken die verder reiken aan de vragen van vandaag. Permanent in een vertrekkende trein. Zo lijkt het. Ook wanneer die even stilstaat, omdat er steeds weer een volle naast hem komt die wel snel weer verder gaat. Alles verandert wel voortdurend, maar enkel aan het oppervlak.

 

Hij komt wel vooruit, maar het enige wat wezenlijk veranderd is de wereld rondom het pad. Zoals wel vaker. Pas nu hij het ziet, is het eigenlijk wel helder. In de stad voelt men zich groot, in de bergen o zo klein. Binnen de regels voelt men zich veilig, erbuiten heerst kwetsbaarheid. Terwijl in werkelijkheid het tegenovergestelde natuurlijk net zo waar kan zijn. De geest moet kunnen vliegen anders vreet het zich naar binnen.

 

Maar een mens dat durft te dwalen, kan nieuwe paden leren vinden en creëert zo een keus over welke richting hij zelf het liefst op zou willen. Sterker nog, hij staat dapperder langs de steil aflopende grens van zijn begrip, waar chaos en orde samenkomen en nimmer schuivend evenwicht. Waar nieuw inzicht in de aard der dingen in de schaduw besloten ligt. Waar de pure potentie heerst.

 

Tussen wat nooit wordt en wat ooit is. Wie dwaalt spiekt brutaal over de rand van dat ravijn en ziet dat ter wereld zo veel meer dan enkel zijn huidige vorm kan zijn. Dus nu dwaalt hij steeds vaker over die gevaarlijk dunne lijn als remedie tegen die eindeloze tegenstrijdigheid. En zo leert hij, dwalend, en stap voor stap, de werkelijkheid in het leven zijn in wezen ongegrond. En het is door te lopen zonder bestemming, wellicht, dat hij daar soms het dichtst bij in de buurt komt.

 

Outro door Teddy Tops

Je hoorde in deze volgorde Roziena Salihu, Josse Kok, Chelsea Oost, Anne Broeksma, Jelmer van Lenteren, Ischa den Blanken en de laatste woorden zijn voor KEEK.

 

KEEK

Ik heet je welkom in m’n kamer maatje, hij is niet groot. Maar het is niet anders. En als ik er maar slapen kan en kan vluchten als de vibe verandert, want tegenwoordig is het doet ik doe dit en doe dat. Waarom, want ik voldoe niet aan verwachtingen. Als ik kies voor mezelf, dan ben ik achterlijk. Maar een handjevol mensen weten wat daarachter zit. Dus sorry, sorry dat ik laat ben? Sorry, ik zat even vastgeplakt hier in mijn kamer en je kijkt me raar aan. Snap ik, maar voor mij had het een waarde.

 

En wie ben jij om mijn koers hier te bepalen, pik? Je blauwe muren om mij heen en een rode deken om af te dekken, want hier kan ik alleen zijn. Ik vraag je niet om hulp of om je medelijden. Dat wat ik wil werkt nu anders. Als ik mocht kiezen, verandert alles. Jezelf vinden is lastig. Ik heb nu eenmaal een ander pad. Terugtrekken is nu alles wat telt, even tijd voor mezelf.

 

Dat werkt echt, dat besef ik me. Ik vind het lastig om shit bloot te leggen en als het gaat om emotie dan choke ik even, net als P. Rabbit. Ik schuif een stoeltje dichterbij mijn bureau, een pak papier dat ligt al klaar en rustig slijp ik loods, overdenk al mijn zonden.

 

Heb ik kansen verkloot? Nope. Ik ben niet eenzaam, ben alleen. Hector Malot. Ik droom weg hier in het uitzicht van mijn schilderijtje. Ik ben nog wakker, drie uur ‘s nachts weenie waarom precies. Sowieso, zijn deze maanden volgens mij barre tijden en vergeet ik vaker dan gehoopt nog voor me droom te kiezen. Klopt ik maak mezelf lastig.

 

Ik doe een poging om te vluchten of ik vastzit, dus als ik merk dat iets dwars zit – hé mag ik je dan bellen, hopend op een zachte landing. Dat ik wat ik wil werd nu anders. Als ik mocht kiezen, verandert alles. Mezelf vinden hier is lastig. Ik loop nu eenmaal op een ander pad. Dat wat ik wil werd nu anders. Als ik mocht ik kiezen verandert alles. Mezelf vinden hier is lastig. Ik loop nu eenmaal op een ander pad.

 

Aftiteling

Luister verder naar Keek via Spotify en volg alle sprekers online via Youtube, Facebook, Instagram, Grindr, we zitten overal. Wij kijken er naar uit om jullie weer ergens buiten te ontmoeten. Maar nu komen nu met liefde binnen via de slaapkamer.

 

Abonneer je op onze podcast en abonneer je spoedig oop op onze nieuwe talkshow: Mensen Praten Dingen. Deze podcast werd gemaakt door Yeppe van Kesteren, sounddesign Boter Boter en door mij: Teddy Tops. En voor nu een zalige avondklok en tot de volgende keer.

Op de hoogte blijven van Mensen Zeggen Dingen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en volg ons op social media.